Dubbelspelvaardigheden

De opbouw van dit trainingsplan is afwijkend. Het is een samenstelling van oefeningen uit gasttrainingen die gericht waren op dubbelspelvaardigheden.

Doel

Het oefenen in dubbelspelvaardigheden: interceptie, onder druk drukken, met de shuttle meebewegen en aanvallen.

Beginsituatie

Dubbelspel op hele baan.

Fysieke voorwaarden

2 kokers per duo.

Warming-up

Vrije keuze uit Warming-up oefeningen.

Conditie-oefening

Een keuze uit deze conditie-oefeningen met een opbouw in het seizoen: start met een basis (x sessies van 45 seconden) en breidt het elke 4 weken uit met een extra sessie van 45 seconden.

1. De interceptie

Oefenen om als voorspeler in de aanvalspositie snel een aanvallende slag te spelen als de shuttle links of rechts komt.

Snel is:

  • naar de shuttle toe in 1 sprong of stap
  • als het kan: aan de backhandkant een overhead forehand drive spelen
  • als het kan: shuttle voor je pakken.

Oefening:
Een aangooier staat op de serveerlijn en gooit een rijtje van 12 shuttles onderhands aan.
De aangooier kiest uit 4 varianten: links of rechts i.c.m. hoog of laag.
De uitvoerder moet met 1 stap of sprong de shuttle strak het net over spelen.

Wissel als de shuttles op zijn.
Herhaal 5x.

Verlichten door minder ver van de speler aan te gooien.
Verzwaren door hoger tempo.

Variatie waarmee je wat geforceerder de overhead forehand drive te oefenen: om en om aangooien naar forehand-kant laag en backhand-kant hoog (dus overhead forehand drive)

2. Een hoge shuttle onder druk drukken

Oefening:
Speel strak naar elkaar over, bij elke 5e slag speelt de aangever een lift/hoge slag. Die moet de uitvoerder beantwoorden met een smash of dropshot, in ieder geval: naar beneden.

Wissel na elke 2 minuten.

Verlichten door als een shuttle op de grond komt, niet opnieuw bij 0 beginnen, maar gewoon doortellen.

Variatie: aantal van 5 mag ook ergens tussen de 3 en 7 liggen.

Variatie: er is geen vaste aangever/uitvoerder, maar de spelers moeten zelf af en toe aangeven en uitvoeren.

3. Met de shuttle meebewegen

Uitleg:
Als je een verdedigende slag rechts achterin slaat, is de kans het grootst dat je tegenstander rechtuit of naar het middel speelt (doorgaans geen cross, dat is gevaarlijk in dubbel). Dus schuiven jullie wat op richting de kant van de shuttle, zodat je sneller bij die verwachte return bent.

Oefening:
2 of 1 aangever(s).
De uitvoerders: het verdedigende dubbel slaat regelmatig hoge slagen rechts of links achterin. Ze bewegen dan met de shuttle mee: de speler tegenover de shuttle gaat richting de tramrail en zijn partner schuift wat op richting de middenlijn.

Alternatieve oefening:
We doen dit met 1 uitvoerder die net doet alsof er een teamgenoot naast hem staat.
Nu met twee aangevers die druk uitoefenen door strakke slagen, inclusief 75% smash. Ook de aangevers spelen alsof er een tweede speler staat en slaan dus niet alles naar het midden.
De uitvoerder blijft aan 1 kant en moet alles terug spelen. En als het even kan een net kill als de aangevers een te hoge drop spelen.

Wissel na 2 of 3 min.
Variatie: andere kant verdedigen.

4. De aanval overnemen

Uitleg:

  • Aanvallen is dat elke slag die jullie slaan, alleen onderhands door de tegenstander kan worden geretourneerd. Dus je slaat drops, smashes en lage drives.
  • Verdedigen is dat elke slag die jullie slaan, ook door de tegenstander bovenhands teruggeslagen kan worden. Dus je slaat clears, lobs en hoge drives.
  • De kans op scoren is bij aanvallend spel 8x hoger dan bij verdedigend spel.

Oefening:
Om erin te komen: eerst speelt 1 kant alles verdedigend, en de andere kant aanvallend

Wissel

Dan de echte oefening:
Eén kant begint aanvallend, dus met een korte service, de andere kant retourneert een verdedigende slag, dus een lob. De aanvallende kant blijft zo lang mogelijk aanvallen. De verdedigende kant probeert de aanval over te nemen bij een te hoge slag van het aanvallende duo.

De verdedigers mogen alleen de aanval overnemen als ze bovenhands kunnen slaan (als de aanvallers dus te hoog slaan), níet door een zelf vanuit de verdediging onderhands een aanvallende drop te slaan. Het komt erop neer dat ze alleen een bovenhandse interceptie mogen plegen, zoals bij de eerste oefening.

Verlichten als de aanvallers te goed zijn: de verdedigers mogen wel met korte onderhandse slag de aanval overnemen.

Afsluiten met dubbelpartijtjes om dit in de praktijk verder te oefenen.

Cooling-down

Bij een minder intensieve training: extra hardloop-oefeningen.
Uitlopen en daarna een keuze uit deze cooling-down oefeningen.

Evaluatie

Stel de onderdelen bij aan de hand van de opgedane ervaring van trainers, assistenten en spelers.


Lees verder: Mixtactiek: serveren.


Deel dit op:   Facebook    WhatsApp    Email