Herhaling dubbeltactiek

In deze training geven we gelijktijdig training aan twee groepen. We delen de training tussen de gezamenlijke warming-up en cooling-down op in drie tijdvakken. In de eerste tijdvak krijgt de meest vaardige groep instructie, in het tweede tijdvak de andere groep en in de derde krijgt de meest vaardige groep een tweede instructie. De groep die in een tijdvak geen instructie krijgt, speelt partijtjes met een gerichte opdracht.

Doel

Het toepassen van de regels dubbel voor gevorderden, zodat de spelers zich beter kunnen positioneren in het dubbelspel.

Beginsituatie

Dubbelspel op hele baan.

Aandachtspunten

De belangrijkste punten waar het trainersteam op gaat letten:

  1. Na een verdedigende slag, moet je naast elkaar gaan staan.
  2. Na een aanvallende slag, moet je naar de voor-achter-positie.
  3. Als je tegenstander in voor-achter-positie staat, speel naar de zijkant.
  4. Als je tegenstander naast elkaar staat, speel voorin of (echt) achterin.

Fysieke voorwaarden

1 begeleider per baan. Het is voor jeugdspelers lastig om bij elkaar de tactische regels te controleren in de wedstrijdjes. Daarom is bij deze training extra assistentie nodig, bv. van ouders met badmintonervaring.

Warming-up

Vrije keuze uit Warming-up oefeningen.

======================= EERSTE TIJDVAK =======================

Eerste-/tweedejaars: herhaling in wedstrijdjes

De techniek van de vorige training toegepast in een vlinder en/of in wedstrijdjes met een extra regel die in het vorige trainingsplan staat.
Start met een korte herhaling van de instructie. Let in de vlinder/partijtjes op: 1. Grip, 2. Looptechniek, 3. Slagtechniek. Om evenwicht in de partijtjes te krijgen, kan je het bonussysteem gebruiken of toevoegen dat de extra regel niet meer geldt, als je bv. 5 punten achter staat.

Meerderejaars: Dubbeltactiek bij korte service

We nemen uit de basisregels dubbel voor gevorderden de service door:

  • Als je een korte service speelt, ga je naar voor-achter.
  • Als je tegenstander in voor-achter-positie staat (na hun korte service), speel naar de zijkant.

Oefening:
De service is kort. Na de korte service, blijft de serveerder voorin.
De return is altijd naar de zijkant, dus in de tramrails.

De service rouleert tussen de spelers met de klok mee. Je speelt altijd twee services achter elkaar. Als het bij de service al fout gaat, mag je nog een keer proberen.

De rally stopt na de derde slag, want het gaat om de service.

Verlichten door bij een fout, direct dezelfde slag nog een keer te doen.

Verzwaring: de serveerder moet bij de korte service meteen zijn racket omhoog houden (klaar staan, dreigen).

Meerderejaars: Dubbeltactiek bij hoge service

  • Als je een hoge service speelt, moet je naast elkaar gaan staan.
  • Als je tegenstander naast elkaar staat (na hun hoge service), speel naar de voorkant, of echt achterin.

Oefening:
Na een hoge (flick)service ga je naast elkaar staan.
De return is een dropshot, liefst in het midden.

Oefening is verder gelijk aan hierboven.

Variatie: serveerder mag kiezen: kort of hoog.

======================= TWEEDE TIJDVAK =======================

Eerste-/tweedejaars: dubbelpositie

De instructie en oefening is gelijk als in het eerste tijdvak bij de meerderejaars, alleen zij spelen de rally gewoon uit, dat zal minder beheers-inspanning kosten.

Meerderejaars: toepassen in wedstrijdjes

We spelen dubbelpartijtjes met elkaar controleren op de basisregels voor dubbeltactiek.
Met het bonuspunt-systeem, lekker veel wisselen.

======================= DERDE TIJDVAK =======================

Eerste-/tweedejaars: toepassen in wedstrijdjes

We spelen dubbelpartijtjes met elkaar controleren op de basisregels voor dubbeltactiek.
Met het bonuspunt-systeem, lekker veel wisselen.

Meerderejaars: uitbreiden positietactiek naar de hele rally

We breiden de regel nu uit naar alle slagen tijdens de rally:

  • Een verdedigende slag is als je hoog speelt: de tegenstander kan bovenhands terugslaan. Als je een verdedigende slag speelt, moet je naast elkaar gaan staan.
  • Een aanvallende slag gaat de shuttle naar beneden, de tegenstander moet onderhands terugslaan. Als je een aanvallende slag speelt, ga je naar voor-achter.

Oefening:
Eerst even droog oefenen:
Vier spelers op de baan, geen shuttle. In plaats van echt slaan, roep je je slag.
Daarbij passen alle spelers de bovenstaande regels toe.
Een begeleider is nodig, in ieder geval om het proces te begeleiden. Doorgaans ontstaan er snel discussies en dan moet iemand kunnen teruggrijpen op die basisregels.

Verzwaren door de spelers een tijdslimiet te geven (begin met 3 seconden), daarna twee seconde en misschien zelfs 1 seconde. Dit versnellen is nodig, omdat in een echte partij je doorgaans 1 seconde bedenktijd maximaal hebt.

En dan een shuttle erin gooien en dat toepassen in een gespeeld punt.
De service rouleert tussen de spelers met de klok mee. Je speelt altijd drie services achter elkaar. Als het bij de service al fout gaat, mag je nog een keer extra proberen.

Dit kan je laten doorgaan in een partijtje.

Uitsmijter

Een aantrekkelijke keuze uit alternatieve wedstrijdvormen, samenwerkingsvormen en intermezzo's.

Cooling-down

Bij een minder intensieve training: extra hardloop-oefeningen.
Uitlopen en daarna een keuze uit deze cooling-down oefeningen.

Evaluatie

Stel de onderdelen bij aan de hand van de opgedane ervaring van trainers, assistenten en spelers.


Lees verder: Overhead-slagen.


Deel dit op:   Facebook    WhatsApp    Email