Hoge service - forehand
De hoge (lob)service is serveren d.m.v. een hoge verre slag. Doel is het in het spel brengen van de shuttle op zo'n manier dat de tegenstander meteen naar achter wordt gedwongen.
Uitleg voor Beginner, Gevorderde, Competitiespeler, Trainer.
Beginner
Voorbereiding:
- Je rechtervoet staat plat op de grond, dwars op de slagrichting.
- Je linkervoet plaats je met je tenen in het hoekje van het serveervak en die wijst naar de slagrichting.
- Je lichaamsgewicht is verdeeld over de twee voeten.
- Je linkerschouder is naar voren, de rechter achter.
- Je houdt je racket in de basisgrip vast.
- Met je andere hand de shuttle recht voor je vasthouden en wel zo dat het kurkje naar beneden wijst.
- Je rechterarm gaat naar achteren, maar je racket wijst nog naar voren.
Uitvoering:
- Eérst de shuttle loslaten en daarna:
- Een achterzwaai maken, arm uitstrekken.
- Het raakpunt is laag, de shuttlebaan is dan hoog en ver.
- Laat je arm dóórzwaaien over je schouder, slag niet abrupt stoppen (de shuttle nawijzen).
En je gaat na de slag terug naar de basispositie.
Instructievideo:
Coach Lee: Badminton: Forehand High Service (1:30)
Gevorderde
Voorbereiding:
- Je rechtervoet staat plat op de grond, dwars op de slagrichting.
- Je linkervoet plaats je met je tenen in het hoekje van het serveervak en die wijst naar de slagrichting.
- Je lichaamsgewicht rust wat meer op je voorste voet.
- Je linkerschouder is naar voren, de rechter achter.
- Je houdt je racket in de basisgrip vast, nu nog vóór lichaam.
- Met je andere hand de shuttle recht voor je vasthouden en wel zo dat het kurkje naar beneden wijst. Je hand vormt een bekertje waar de shuttle in rust.
Uitvoering:
- Je brengt je gewicht over naar je achterste been.
- Je beweegt je rechterarm naar achteren.
- Daarbij gaan de tenen van je voorste voet omhoog, de hak blijft op de grond.
- Eérst de shuttle loslaten en daarna:
- Een korte felle achterzwaai maken en daarbij je arm uitstrekken.
- Het raakpunt is laag, de shuttlebaan is dan hoog en ver.
- Tijdens de slag draait je lichaam mee naar voren, het gewicht gaat helemaal naar de voorste voet. Als het goed is, til je automatisch de hak van je achterste voet omhoog.
- Laat je arm dóórzwaaien, de slag niet abrupt stoppen.
En je gaat na de slag terug naar de basispositie
en neemt de actieve basishouding aan.
Coach Lee: Badminton: Forehand High Service in Singles (10:16)
Competitiespeler
Voorbereiding:
- Je rechtervoet staat plat op de grond, dwars op de slagrichting.
- Je linkervoet plaats je met je tenen in het hoekje van het serveervak en die wijst naar de slagrichting.
- Je lichaamsgewicht rust wat meer op je voorste voet.
- Je linkerschouder is naar voren, de rechter achter.
- Je houdt je racket in de basisgrip vast.
- De zwaai start ruim vóór je lichaam.
- Met je andere hand de shuttle recht voor je vasthouden en wel zo dat het kurkje naar beneden wijst. Je hand vormt een bekertje waar de shuttle in rust.
Uitvoering:
- Concentreer, focus op wat je wilt gaan doen.
- Je brengt je gewicht over naar je achterste been
- Je beweegt je rechterarm naar achteren
- Daarbij gaan de tenen van je voorste voet omhoog, de hak blijft op de grond.
- Eérst de shuttle loslaten, maar zo dat hij iets naar voren valt.
- Een korte felle achterzwaai maken en daarbij je arm uitstrekken.
- Je buigt je knieën in de zwaai iets en strekt ze op het moment van slaan.
- Het raakpunt is laag, de shuttlebaan is dan hoog en ver.
- Op het moment van slaan verstevig je je grip, versnel je de slag en strek je je pols.
- Tijdens de slag draait je lichaam mee naar voren, duw je rechterheup mee naar voren. Je lichaamsgewicht gaat helemaal naar de voorste voet.
- Als het goed is, til je automatisch de hak van je achterste voet omhoog. Niet met die voet gaan slepen (instabiliteit).
- Laat je arm dóórzwaaien, de slag niet abrupt stoppen. Behalve als de service te laag is, dan moet je alsnog versneld verder:
En je gaat na de slag terug naar de basispositie
en neemt de actieve basishouding aan.
Trainer
Afwijkingen:
- Niet ver genoeg: check dat je lichaam in de slag goed naar voeren gaat en op het moment van slaan moet je lichaam meedraaien (heupen), dat zijn weer 30 cm's erbij.
- Niet ver genoeg: werp de shuttle iets van je af, dan moet je verder reiken en vaak geeft dat meer vaart. Als je de shuttle te ver gooit, wordt de baan weer vlakker.
- Niet ver genoeg: meer je pols gebruiken. Om de polsstrekking te oefenen: ga eerst maar zo hard mogelijk het net in slaan.
- Baanrichting niet stabiel: hoe verticaler de zwaai van het racket, hoe beter je kan sturen. Je hebt altijd iets van een hoek nodig, maar hoe groter de hoek, des te lastiger is het mikken.
- Als het draaien niet goed gaat, een tip van Uun: Van je linkervoet, die met de tenen in het hoekje staat, til je de hak op en die hak iets naar links draaien. Dat vergemakkelijkt het draaien van het lichaam tijdens de slag.
Lees verder: Hoge service - backhand.
Deel dit op: Facebook WhatsApp Email