15 jaar jeugdbegeleiding

foto

07-03-25: Nieuws van de Redactiecommissie voor iedereen.
15-04-25: 1 Reactie

Arthur heeft 15 jaar de jeugd begeleid. Nu OSM Badminton in een jubileumjaar zit, neemt hij de tijd voor een terugblik.

Ik, Arthur van der Heijden, kwam rond 1996 bij OSM via mijn buurtgenoten Alice en Douwe van de Leij. Zij deden al aan badminton en via hen ben ik bij OSM begonnen. Niet veel later startte mijn zoon Kasper bij de jeugd. In die tijd speelde de jeugd alleen op de zaterdagochtend. Ik werd al snel zaalwacht (een mooi woord voor oppasser) en ging ook de jeugdcommissie (JC) helpen.

We hadden al meteen een fiks probleem, want Ruud Faas, onze jeugdtrainer in die tijd, stopte. We gingen op zoek naar een nieuwe trainer en in september 1998 startte Uun Santosa op die zaterdagochtend. We zagen al snel dat zijn trainingsmethode niet goed aansloot bij de beginnende jeugd. Gelukkig kon de JC dat toen heel snel splitsen: we regelden dat de betere jeugdspelers op de vrijdagavond training kregen van Uun. Voor de zaterdag strikten we volwassen competitiespelers, zoals Rowin Niewerth, Erik Pelgrim, Niels Eijkelkamp en Sietse Lammers. En wat later ook Geert-Jan Fluitman, hij bleek een blijvende trainer voor die groep.

Vanuit de JC regelde ik dat hij op cursus ging. Het eerste dat we terugkregen, was dat de kinderen het racket verkeerd vasthielden. En niet alleen de kinderen, ook ikzelf! Ik was een half jaar bezig om de goede grip onder de knie te krijgen. Ik assisteerde Geert-Jan en vulde de gaten waar nodig. Omdat ik de kinderen altijd goed moest aangeven, leerde ik heel precies plaatsen. Dat heeft later mijn eigen tegenstanders veel last bezorgd.

Samen hebben we ook introductielessen op basisscholen gegeven. Dan kregen ze een badmintoninstructie met een demonstratiewedstrijd van onze jeugdspelers. De jeugd groeide, kwalitatief door onze trainers en ook kwantitatief, want we groeiden van 60 naar 100 kinderen. We hebben de trainingen nog meer uitgebouwd naar de woensdag en toen de OVVO-hal open ging, ook nog de maandag.

Ook heb ik de USBV bedacht en opgericht: een samenwerking van Utrechtse badmintonverenigingen die een extra breedtetraining aanbod. Het was bedoeld om te voorkomen dat onze talentvolle jeugd wegtrok naar de grote clubs, zoals BC Amersfoort. Ik heb daar veel tijd in gestopt, reed zelf de kinderen naar de trainingen. Helaas stopte de USBV na een paar jaar, omdat de trainer vertrok. Het doet me deugd dat de BSU vandaag de dag alsnog die extra trainingen biedt.

Een ander idee om kinderen meer te laten badmintonnen was het starten van een competitie-team met een poel van 20 van de allerjongste kinderen. Op elke wedstrijd speelden steeds weer andere kinderen. Ik had ze gewaarschuwd dat ze in het eerste jaar veel zouden verliezen, daar moesten ze zich niets van aantrekken, het komt allemaal wel goed in het jaar erna. En inderdaad dat gebeurde. Ik weet nog dat zo’n toppertje in dat tweede jaar, dus toen ze wél wonnen, de tegenstander troostte met precies dezelfde boodschap.

Veel van deze groep zijn later heel succesvol geworden: jeugdclubkampioenen, clubkampioenen en ook regionaal kampioenen. Het was heel leuk om te doen. Alleen elke zaterdag en zondag onderweg, dat hield ik na twee seizoenen niet meer vol. Maar de herinnering aan de overwinningen, groot en klein, zijn nog steeds heel fijn. Het onderdeel uitmaken van een team geeft gewoon voldoening.

Ik had altijd heel veel ideeën om de jeugd verder te helpen. Zo las ik een keer in het trainingsmateriaal van Geert-Jan dat frisbeeën goed was voor de ontwikkeling van de backhand. Dus hadden we 100 frisbees besteld en die kregen de kinderen mee op vakantie.

Ik vroeg ook altijd om de wedstrijdverslagen, zodat ik er een stukje van kon maken in de krant. En ik had een mini-competitie opgezet op de zaterdag, konden ze de laatste 10 minuten onderlinge partijtjes spelen. Ik had een Excel die ik elke zaterdag bijwerkte. Het zat slim in elkaar, zodat elke week op basis van de uitslagen van de vorige week (en ook het oordeel van een ervaren jeugdbegeleider), nieuwe wedstrijden op de planning verschenen. Het bleek te moeilijk voor mijn opvolgers, want dat stopte toen ikzelf in 2011 moest stoppen met de JC, toen ik een eigen bedrijf startte. 6 jaar later kreeg ik last van mijn knie, en moest ik het racket definitief in de wilgen hangen.

Terugkijkend hebben we met de jeugdcommissie veel bereikt in die tijd: onze jeugd was bijna verdubbeld, we hadden goede, gekwalificeerde trainers, en de jeugdtrainingsmogelijkheden zijn uitgebreid van 1 dag naar 4 dagen in de week. Allemaal zaken die vandaag de dag nog steeds doorgaan!

Het ga jullie goed!
Arthur van der Heijden


Deel dit op:   Facebook    WhatsApp    Email   



Reacties

Rowin Niewerth reageerde op 15 april 2025 om 14:12 met:

Je wordt gemist.


Reageren? Zet je reactie onder dit bericht

We delen je emailadres niet met anderen.